nr. 0046
Pauluskerk Rotterdam
Stichting Diaconaal Centrum Pauluskerk helpt mensen in nood en probeert hun situatie structureel te verbeteren.
Fotocredits: Erik van den Akker
Stichting Diaconaal Centrum Pauluskerk helpt mensen in nood en probeert hun situatie structureel te verbeteren.
“Wij helpen waar geen helper is en zijn er voor de armen en uitgestotenen”
De Pauluskerk opende in 1960 haar deuren. Sinds 1979 groeide de Pauluskerk onder aanvoering van Hans Visser uit van ‘alleen een kerk’ tot een ontmoetings- en ondersteuningsplek met vooral een diaconale functie. Het zwaartepunt lag daarbij aanvankelijk vooral bij de zorg van drugsverslaafden maar in de afgelopen jaren verschoof het accent naar meer doelgroepen, vooral ook mensen zonder verblijfspapieren en Europese (arbeids)migranten.
“We staan klaar voor álle mensen in Rotterdam en omgeving die het zonder hulp niet redden: dak- en thuislozen, verslaafden, psychiatrische patiënten, mensen zonder verblijfsvergunning. Maar ook Rotterdammers die in armoede leven, jongeren die hun richting kwijt zijn en kwetsbare ouderen. We zijn een opvangplek, ook voor mensen die geen concrete hulpvraag hebben of hulp nodig hebben.”
“Mensen zonder ziektekostenverzekering kunnen terecht bij onze medische dienst. Dit kan omdat wij onderdeel zijn van het Rotterdamse straatdokter project (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0051). Daarnaast bieden we ook andere noodhulp zoals maatschappelijke en juridische dienstverlening voor ongedocumenteerden.”
De Pauluskerk helpt waar geen helper is én dringt aan op structurele veranderingen in de samenleving, waardoor minder mensen in nood raken. “We willen de stemmen van onze bezoekers versterken en opkomen voor hun belangen.”
“In uitzichtloze situaties is het belangrijk om vooruit te kijken. We stimuleren mensen met zinvolle dagbesteding en het bouwen aan waardigheid. Door kunst en cultuur bijvoorbeeld, of taallessen. Ondertussen blijven we ons hard maken voor een ander beleid. We willen een betere stad volgens het motto van Paulus: overwin het kwade door het goede.”