nr. 0088

Vereniging Poortgebouw

In het Poortgebouw komen activisme, buurtbetrokkenheid en de functie van cultureel centrum en woongelegenheid samen. Het is een rijksmonument voor wereldverbeteraars.

In het Poortgebouw komen activisme, buurtbetrokkenheid en de functie van cultureel centrum en woongelegenheid samen. Het is een rijksmonument voor wereldverbeteraars.

“Samen zijn wij continu op zoek naar een alternatief voor de huidige maatschappij”

Het iconische Poortgebouw op de Kop van Zuid werd in 1879 opgeleverd als hoofdkantoor van de Rotterdamsche Handelsvereeniging (RHV) van Lodewijk Pincoffs. Al snel kwam het in handen van de gemeente Rotterdam, maar in 1977 volgde leegstand. Het plan om er in 1980 een Eroscentrum in te vestigen, werd in de nacht van 3 op 4 oktober 1980 de kop ingedrukt door jongeren die het pand kraakten.

De krakers droomden over betaalbare huisvesting en een gelijkwaardige samenleving waar iedereen alle ruimte heeft voor zijn eigen creatieve ontwikkeling. Om in het gebouw te kunnen blijven, richtten zij in 1982 Vereniging het Poortgebouw op. In 1984 werd het huurcontract met gemeente Rotterdam getekend, de toenmalige eigenaar. De jaren erna zorgden de bewoners samen met de gemeente voor een interne verbouwing, waardoor het pand geschikt werd gemaakt om in te wonen. De huurders zijn verantwoordelijk voor de binnenkant van het pand en de eigenaar voor de buitenkant. Vanaf 2001 was het pand echter eigendom van diverse partijen die nauwelijks onderhoud pleegden. Uiteindelijk is in 2021 gestart met de renovatie van de buitenkant zodat het Poortgebouw er nu prachtig bij staat.

De ongeveer dertig bewoners zetten zich in vóór en mét de buurt. Ze doen mee aan Opzoomeren (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0044), koken wekelijks voor de buurt en zamelen 2de hands kleding in voor de Weggeefwinkel in het gebouw. Emily is een van hen: “Samen zijn wij continu op zoek naar een alternatief voor de huidige maatschappij. Wij geloven in een wereld die niet gedreven wordt door hebzucht en kapitaal, maar door tolerantie en creativiteit. Zonder machtsorde.”