nr. 0005
interview Gerrit Roukens
door Jopie Sluimer, maart 2022
Op de dag dat Rusland Oekraïne is binnengevallen heb ik een ontmoeting met tuinmeester Gerrit Roukens. De sfeer is bedrukt, beladen zelfs. Hoe kunnen wij nu een aardig gesprek voeren over groene tuinen, permacultuur, energietransitie, de afgelopen jaren en de komende jaren als verderop in Europa de cultuur, de tuinen en alle verworvenheden van de afgelopen jaren met soldatenvoeten worden getreden?
We hebben afgesproken in Vreewijk, een groene wijk op Zuid, die ruim honderd jaar geleden is ontworpen en gebouwd als een tuindorp. De wijk waar Gerrit woont. We zitten in Het Witte Paard, een horecaonderneming met idealen en betrokken bij de wijk. Een plek waar Gerrit als groene idealist en activist zich thuis voelt. In een bijbehorende zaal wordt deze middag een film over armoede en huisvesting gedraaid. Maar daar komen wij niet voor. Wel voor de verse gemberthee met citroen die ons gesprek op gang brengt. Gerrit vertelt dat hij de afgelopen twee jaar minder actief bezig is geweest. Dat kwam door de coronapandemie. Hij geeft ruiterlijk toe dat het hem moeite kost om weer aan de slag te gaan met het groen en de tuinen. Hij is vooral thuis bezig met klussen in zijn onlangs gerenoveerde huis. De contacten met tuinclubs als Educatieve Tuin de Enk, de Botanische Tuin Afrikaanderwijk, de Moestuinman en andere groene opbouwwerkers zijn wat verwaterd. Maar hij is zich er van bewust dat hij als gepensioneerde nog niet achter de geraniums wil zitten. Er is nog veel ‘groenwerk’ te doen.
Hij hoopt binnenkort een actieve bijdrage te leveren aan een nieuw project in Vreewijk. Hij kiest nu bewust voor meer kleinschalige wijkprojecten in plaats van grote stadsprojecten. Er zijn voldoende jonge mensen met jeugdig enthousiasme en goede ideeën om de groene transitie van de stad te kunnen oppakken en verder vorm te geven. Wat is de groene transitie? Groene transitie staat voor duurzaamheid, klimaatneutraal, samenwerking van veel disciplines en specialisten en is meer dan alleen energietransitie. Energietransitie staat voor de overgang van het gebruik van fossiele brandstof als kolen, olie en gas naar het gebruik van zon, wind en water als bron van energie. Groene transitie kost tijd, maar kan overal op microniveau beginnen, thuis, in de tuin, in de straat, op school.
Gerrit is een hovenier met veel liefde voor het vak en een grote interesse in permacultuur. Voor insiders een heel gewoon woord, maar voor leken een term die toelichting behoeft. Permacultuur is een samenvoeging van permanente agricultuur. Perma staat ook voor de Engelstalige termen Positive emotion, Engagement, Relations, Meanings en Achievement. Een permacultuur moet de veerkracht van een natuurlijk ecosysteem hebben met als doel mens en natuur op de lange termijn te laten overleven. Hoe je dat doet? Nou bijvoorbeeld door eetbare wilde planten als hop, speenkruid en zevenblad in de moestuin naast de bekende groentes te kweken. Eigenlijk komt het er op neer dat we terug moeten naar de moestuinen van onze voorouders, de minder gecultiveerde tuinen uit de eerste helft van de vorige eeuw en de eeuw daarvoor. Tuinbouw zoals die voor de agrarische kassenrevolutie bestond.
Deze tuinfilosofie is Gerrit op het lijf geschreven. Hij is daar jaren geleden met enthousiasme met andere tuinfilosofen mee aan de slag gegaan in diverse projecten. Met elkaar actief een groenere gezonde stad creëren. Dat is de reden waarom hij in de collectie van het Echt Rotterdams Erfgoed is opgenomen. Maar zoals gezegd, door corona zijn de contacten minder geworden. Dat is jammer vindt Gerrit. “Maar hé, al pratende met jou word ik toch wel weer een beetje optimistisch. Ik moet de grauwsluier optillen en weer wat gaan doen.” Gerrit is zelf ook een beetje verbaasd over zijn woorden, hij moet er om glimlachen. “Ik word weer enthousiast” zegt hij.” “En waar denk je dan aan?” vraag ik hem.
Hij denkt aan de jeugd en hun opleiding, waarbij zij leren wat de klimaatverandering teweeg brengt. Bewustwording van het klimaatprobleem en het zoeken naar oplossingen, daar gaat het om en daar kan je al heel jong mee beginnen. Voor de coronatijd was hij als tuinmeester actief op scholen. Kinderen begeleiden bij het maken van een groen schoolplein, kinderen leren hoe je dicht bij huis met de tuin in je stad en met de natuur kunt omgaan om de groene transitie te verwezenlijken; dat is belangrijk. Dat zijn projecten waar hij blij van werd en nog steeds blij van wordt. “Ja, we moeten met elkaar weer aan de slag, ik krijg er zin in”, zegt hij opgewekt. De kinderen noemden hem niet voor niets ‘tuinmeester’. Kennis overdragen, theorie in de praktijk brengen, met je handen de aarde voelen en erin wroeten en werken, dat is leuk en belangrijk. Hij noemt zich ook wel ‘tuindokter’, degene die zieke tuinen beter maakt. Dat kan je zelfs aan peuters al uitleggen. Dat kan de tuindokter niet alleen, daar kan iedereen bij helpen.
Behalve werken met de jeugd en schooltuinen wordt het ook tijd om de verwaterde contacten met de andere tuinclubs en groene vernieuwers weer te nieuw leven in te blazen. Hij grijnst en zegt dan opeens: “Trouwens, ik heb nog wel iets groens gedaan tijdens corona. Ik heb geholpen bij het project ‘tegelwippen’. Dat was leuk.” Hij ziet mijn vragende blik en legt uit dat het gaat om de tegels voor een gevel eruit te wippen en dan bloemen en planten in de vrijgekomen grond te zetten. Zo ontstaan de leuke geveltuinen of tegeltuinen die de straten in de stad een vrolijk en groen aanzicht geven.
De film in de zaal naast ons is afgelopen en de bezoekers komen naar buiten. Gerrit wordt volop herkend en door meerdere bekenden enthousiast begroet. Ik zie hoe hij met eerst de één en dan de ander over diverse bestaande en nieuwe activiteiten in de wijk enthousiast in gesprek raakt. Ik kan wel gaan. Tuinmeester Gerrit praat, gebaart, en maakt afspraken. Hij voelt de eerste lentekriebel, hij heeft weer energie. In twee uur tijd is er iets veranderd. Ik neem afscheid, wens hem succes met alle komende activiteiten en vraag om nog een laatste opmerking. Even is hij weer heel serieus als hij antwoordt: “Mijn hoop en vertrouwen is gevestigd op de jeugd. Dat zij onze planeet zullen redden wat betreft klimaat en energie.” En dat is een mooie slotzin van tuindokter Gerrit Roukens.
Tot besluit een gedicht van Rutger Kopland uit de bundel ‘Alles op de fiets’ (1970)
Jonge sla
Alles kan ik verdragen,
het verdorren van bonen,
stervende bloemen, het hoekje
aardappelen, kan ik met droge ogen
zien rooien, daar ben ik
werkelijk hard in.
Maar jonge sla in september,
net geplant, slap nog,
in vochtige bedjes, nee.